Overwegingen bij keuzes bij het opstellen van een OR-reglement

Het aantal leden:

Het aantal leden mag afwijken van het aantal dat is aangegeven in artikel 6 van de Wet op de Ondernemingsraden.

Overwegingen daarvoor kunnen zijn:

  1. Als er met kiesgrepen wordt gewerkt en elke kiesgroep moet een evenredig aantal vertegenwoordigers in de OR kunnen hebben.
  2. Als er meer vestigingsplaatsen zijn dan het aantal zetels dat in de WOR wordt genoemd, dan kan het goed zijn het aantal zetels uit te breiden zodat elke vestiging vertegenwoordigd zou kunnen worden.
  3. Als een onderneming veel medewerkers heeft kan het een overweging zijn het aantal leden te beperken omdat wordt gevreesd dat een (te) grote OR.

 

Plaatsvervangende leden:

In artikel 6 is geregeld dat er ook plaatsvervangende leden kunnen zijn. Dat kan in de vorm van een plaatsvervanger per OR-lid of plaatsvervangers voor de gehele OR of per lijst. Het kan nuttig hiervoor te kiezen in organisaties waar de werknemers veel in het buitenland zijn en daarom niet bij elke vergadering aanwezig kunnen zijn.

 

Zittingsduur en rooster van aftreden:

In artikel 12 van de WOR is de zittingstermijn geregeld. De normale zittingsduur is drie jaar. Hier mag van worden afgeweken.  Ook kan worden gekozen voor een rooster van aftreden. Dan is er bijvoorbeeld een zittingsperiode van vier jaar en zijn er voor een deel van de OR-leden na twee jaar verkiezingen. Een overweging hiervoor kan zijn de continuïteit van het OR-werk bevorderen.

Een overweging voor een kortere zittingstermijn kan zijn dat het hierdoor aantrekkelijker wordt  je verkiesbaar te stellen. Ook als het verloop onder de werknemers, dus ook de OR-leden groot is kan een reden zijn om voor een kortere periode te kiezen.

 

Termijnen voor actief kiesrecht en passief kiesrecht:

In artikel 6 van de WOR is geregeld wie mag stemmen en wie zich verkiesbaar mag stellen voor de OR. In de WOR staat aangegeven hoeveel maanden een werknemer in dienst moet zijn om zich verkiesbaar te stellen en te mogen stemmen. Van deze termijnen mag worden afgeweken. Korte tijdelijke contracten na elkaar krijgen kan een reden zijn om deze termijn te verkorten.

 

Kiesgroepen:

Voor de inrichting van de verkiezingen kan worden gekozen voor kiesgroepen en voor het houden van verkiezingen voor de gehele onderneming. Werken met kiesgroepen is vooral interessant bij grotere ondernemingen waar de werknemers elkaar niet allemaal kennen. Kiesgroepen kunnen dan bestaan uit bepaalde afdelingen, functiegroepen of vestigingen.

Als er met kiesgroepen wordt gewerkt is de kans op een bredere vertegenwoordiging in de OR groter. Het kan OR-leden er ook toe aanzetten zich de vertegenwoordiger te voelen van zo’n groep. De binding tussen OR-leden en achterban kan hierdoor worden versterkt. Een nadeel van kiesgroepen kan zijn dat er onvoldoende kandidaten in iedere kiesgroep zijn.

 

Personenstelsel of lijstenstelsel:

Voor het kiesstelsel kan worden gekozen tussen een lijstenstelsel en een personenstelsel (zie artikel 12 WOR). Het personenstelsel houdt in dat er op personen wordt gestemd. Meestal heeft elke kiesgerechtigde net zoveel stemmen als er zetels zijn, er kan dus op meerdere personen worden gestemd.

Bij het lijstenstelsel wordt er op een lijst gestemd, de eerste op een lijst die voldoende stemmen heeft komt dan in de OR.

Het personenstelsel is goed bruikbaar als de werknemers elkaar kennen. Bij grotere ondernemingen waar de werknemers elkaar niet kennen ligt het toepassen van het personenstelsel minder voor de hand.