De ondernemingsraad (OR) krijgt per 1 juli meer te zeggen over pensioen. De Eerste Kamer is akkoord met het wetsvoorstel dat de OR instemmingsrecht geeft op elke wijziging van de pensioenovereenkomst, de keuze voor een buitenlandse uitvoerder en op bepalingen in de uitvoeringsovereenkomst die doorwerken in het pensioenreglement.
Vanaf 1 juli 2016 wijzigt het instemmingsrecht van de ondernemingsraad bij pensioen.
Daardoor heeft de OR voortaan instemmingsrecht op:
- het opstellen, wijzigen of intrekken van de pensioenovereenkomst, ongeacht de uitvoerder. Nu bepaalt het soort uitvoerder nog of het instemmingsrecht geldt;
- bepalingen uit de uitvoeringsovereenkomst die invloed hebben op de pensioenovereenkomst;
- De keuze om het werknemerspensioen onder te brengen bij een buitenlandse uitvoerder.
De ondernemingsraad stemt niet in.
Heeft de bestuurder plannen op het gebied van bovengenoemde drie punten, dan is hij wettelijk verplicht om een instemmingsverzoek voor te leggen aan de OR. Als die geen instemming verleent, kan de bestuurder naar de kantonrechter stappen. De rechter kan hem alsnog vervangende goedkeuring geven als hij vindt dat de OR onredelijk is of als de bestuurder door zwaarwegende omstandigheden de geen andere keuze kan maken.
En wat als de bestuurder geen instemming vraagt aan de OR?
Als de bestuurder geen instemming vraagt of krijgt en zijn besluit toch uitvoert, kan de ondernemingsraad het besluit nietig verklaren. Dat moet binnen een maand schriftelijk aan de bestuurder worden gedaan. De OR kan de bestuurder vervolgens via de kantonrechter dwingen op zijn schreden terug te keren.